Sinds wij elkaar verlieten bij Bethanië

1
Sinds wij elkaar verlieten bij Bethanië,
Voel ik een grote leegte in mijn hart;
Hoe kan ik nu mijn harp van de wilg halen
En zonder U genieten van dit lied?
Als in de nacht ik heel alleen de wacht houd
Zonder gevoel voor vreugde en verdriet-
Denk ik aan de belofte van Uw wederkomst
Maar zucht: ‘O Heer, waarom bent U nog steeds niet hier?’
2
Uw kribbe doet mij zien dat ik ook dakloos ben;
Uw kruis neemt aards genoegen van mijn ziel;
Uw komst bewerkt dat ik zoek naar een beter land,
Want U bent mijn uiteindelijke doel.
Sinds U vertrok, heeft vreugde smaak verloren,
De zoetheid van mijn lied is nu verzwakt.
En sinds U weg bent, heerst gevoel van leegte
O, ik verlang dat U nu komt en niet vertraagt.
3
Al ken ik nu Uw tedere aanwezigheid,
Toch voel ik in mijn hart een groot gemis.
Uw licht en liefdevolle steun die ik ontvang
Voldoen niet meer, o Heer ik wil U zien.
Ondanks Uw vreugde, ben ik nog steeds zoekend.
Ondanks Uw vrede, heerst de eenzaamheid;
Als ik voldaan ben, wordt mijn stille smachten
Een luide kreet om oog in oog met U te staan.
4
O, welke balling wil niet naar zijn vaderland?
En wie op vreemde grond vergeet zijn volk?
Welke geliefden die elkaar verlieten
Verlangen er niet naar elkaar te zien?
Hoe kan dit aards genot met al zijn vreugdes
Tegen ‘t genot van Uw komst op, o Heer?
Als ik Uw aangezicht niet kan aanschouwen,
Wat kan ik doen dan wachten tot U, Heer, verschijnt?
5
Heer, zou U Uw belofte dan vergeten?
O, kom terug en neem mij tot U, Heer.
Al heb ik dag na dag en jaar na jaar gewacht
En nog steeds wacht, Uw wederkomst zie ‘k niet.
Onthoud, o Heer, de jaren die ik wachtte
Hoewel Uw voetstap ver weg lijkt te zijn.
Hoe lang? Hoe lang? O Heer, moet ik nog wachten
Totdat U weer komt met Uw heerlijk schijnend licht?
6
Van generatie tot aan generatie
Hebben Uw heiligen nog niet gezien
Dat Uw belofte in vervulling is gegaan.
Zo lang, zo lang heeft het nu al geduurd!
Hoe kunnen wij Uw voetstappen herkennen?
En waarom is de hemel nog steeds dicht?
Moeten wij nog veel langer blijven wachten
Voordat U in al Uw heerlijkheid wordt onthuld?
7
Heer, ik gedenk de jaren die ik heb gewacht
O, voor Uw komst, Heer, doch ik niet alleen,
Maar met de heiligen door generaties heen
Smeken wij U dat U komt voor Uw Bruid.
Door tal van tranen, eindeloze smekingen,
Uw aangezicht willen wij spoedig zien.
O Heer, kom spoedig, weerklank van de eeuwen
Kom en beantwoord onze collectieve kreet.