In de hemel Jezus zittend
1
|
In de hemel Jezus zittend, Als de Christus op de troon. Hij is de mens door God verheven, Met Gods heerlijkheid gekroond. |
2
|
Hij die ’t mens’lijk wezen aantrok, Stierf aan ’t kruis volgens Gods plan, En is verrezen met een lichaam, Opgevaren Mensenzoon. |
3
|
God heeft Zich in Hem vernederd En in Hem op aarde gewoond. In Hem werd de mens verheven En met God geheel verzoend. |
4
|
God en mens vermengd tezamen, Gods getuig’nis in de mens. God en mens zijn één geworden, Zie, de mens in heerlijkheid. |
5
|
De Verheerlijkte in de hemel Kwam als de alomvattende Geest. In Hem werd het werk van Jezus En Zijn wezen ons bekend. |
6
|
Met de Verheerlijkte in de hemel Is de Gemeente voor altijd één. Door de Geest van deze Jezus Worden Zijn leden opgebouwd. |
7
|
Zie, de Mens is nu in de hemel, Als Heer en Koning op de troon. Dit is Jezus onze Redder, Met Gods glorie reeds gekroond. |
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?