U te kennen als het Lichaam

1
U te kennen als het Lichaam
mijn behoefte is, o Heer.
In Uw leden U, Heer, te zien,
bid ik, vol verlangen nu.
Niet slechts U als ’t Hoofd te kennen
op persoonlijke manier,
maar U vleesgeworden te zien
als het ‘Lichaam-Christus’ hier.
2
Door de jaren heen heeft Uw volk
naar de werk’lijkheid verlangd;
opwaarts kijken, binnen zoeken,
dorstig naar een glimp van U.
Laat ons nu zien dat de hemels’
Christus hier het Lichaam is;
en de Christus die in ons woont
als het Lichaam wordt getoond.
3
Vaak misleid ben ik, O Heer, door
mijn verheven beeld van U.
Als vanzelf zoek ik naar U, Heer,
maar ik vind geen werk’lijkheid.
Mijn behoefte: U te vinden
in Uw leden hier op aard’.
God geopenbaard in het vlees –
zo wordt U bekend gemaakt.
4
Mijn zelfstandigheid beperk, Heer,
laat me naar Uw Lichaam gaan;
niet slechts hemels’ licht te zoeken,
maar ook licht in ’t Lichaam zien.
Maak ons stenen voor Uw bouwwerk,
niet meer nutteloze klei.
Win in ons Uw hartsverlangen,
word door ons tentoongespreid.