1
Ik behoor aan Jezus,
En niet aan mijzelf.
Alles wat ik heb en ben,
Is van Hem alleen.
En niet aan mijzelf.
Alles wat ik heb en ben,
Is van Hem alleen.
Ik behoor aan Jezus,
En niet aan mijzelf.
Alles wat ik heb en ben,
Is van Hem alleen.
En niet aan mijzelf.
Alles wat ik heb en ben,
Is van Hem alleen.
2
Ik behoor aan Jezus,
Heerlijk, heerlijk feit.
Met Zijn eigen bloed heeft Hij
Mijn hart en ziel bevrijd.
Heerlijk, heerlijk feit.
Met Zijn eigen bloed heeft Hij
Mijn hart en ziel bevrijd.
Ik behoor aan Jezus,
Heerlijk, heerlijk feit.
Met Zijn eigen bloed heeft Hij
Mijn hart en ziel bevrijd.
Heerlijk, heerlijk feit.
Met Zijn eigen bloed heeft Hij
Mijn hart en ziel bevrijd.
3
Ik behoor aan Jezus,
Hij die stierf voor mij.
‘k Houd van Hem en Hij van mij,
Tot in eeuwigheid.
Hij die stierf voor mij.
‘k Houd van Hem en Hij van mij,
Tot in eeuwigheid.
Ik behoor aan Jezus,
Hij die stierf voor mij.
‘k Houd van Hem en Hij van mij,
Tot in eeuwigheid.
Hij die stierf voor mij.
‘k Houd van Hem en Hij van mij,
Tot in eeuwigheid.
4
Ik behoor aan Jezus,
Met lichaam, ziel en geest,
Zodat Hij Zichzelf in mij,
Dagelijks uitdeelt.
Met lichaam, ziel en geest,
Zodat Hij Zichzelf in mij,
Dagelijks uitdeelt.
Ik behoor aan Jezus,
Met lichaam, ziel en geest,
Zodat Hij Zichzelf in mij,
Dagelijks uitdeelt.
Met lichaam, ziel en geest,
Zodat Hij Zichzelf in mij,
Dagelijks uitdeelt.
Delete Comment
Are you sure you want to delete this comment?