O, hoe heerlijk is Uw tafel, Heer
1
|
O, hoe heerlijk is Uw tafel, Heer, Heer, U heeft ons uitgenodigd in Uw huis dit feest te vieren. O, hoe heerlijk is Uw tafel, Heer. |
Halleluja, Halleluja, halleluja, welk een feest! Halleluja, Halleluja, o, hoe heerlijk is Uw tafel, Heer. |
|
2
|
Welk genot voor ons Uw tafel, Heer, waar wij nu gemeenschap hebben, met de heiligen genieten in de eenheid aan Uw tafel, Heer. |
3
|
O, hoe kostbaar is Uw tafel, Heer, brood en wijn Uw dood gedenken en Uw vijand overwinnen, als wij eten van Uw tafel, Heer. |
4
|
O, de werkelijkheid des tafels, Heer, door dit brood wordt heden zichtbaar, dat Uw lichaam werd gebroken en die daarvan eten worden één. |
5
|
Hoe bemoedigend Uw tafel, Heer, tot U komt zullen wij eten en U als ons feest genieten. Vul ons steeds meer met Uzelf, o Heer. |