Zoet is ‘t fruit van de levensboom

1
Zoet is ‘t fruit van de levensboom,
Met God als het leven!
Eens was ik dood, uitgehongerd,
Maar nu, eet en leef ik!
2
God bracht mij naar de levensboom.
Mijn voedsel: Christus Zelf!
Hoe kostbaar werd die boom voor mij,
Toen ik voor het eerst at.
3
De Heer Zelf is voedsel voor mij,
Mijn levensvoorziening.
Hij is mijn genot, niets anders
Kan mijn vergenoegen.
4
Ik eet van deze levensboom
Want eten is de weg
Om Gods leven te ontvangen
Te wandelen in Hem.