Genade, zo oneindig groot

B184 C247 CB313 D313 E313 K247 LSM76 R240 S154 T313
1
Genade, zo oneindig groot,
Dat ik, die 't niet verdien,
Het leven vond, want ik was dood,
Was blind, maar kan nu zien.
Genade, zo oneindig groot,
Dat ik, die 't niet verdien,
Het leven vond, want ik was dood,
Was blind, maar kan nu zien.
2
Genade onderwierp mijn hart
En nam mijn angsten weg.
Genade is zo kostbaar voor mij,
Dat ik geloven mocht.
Genade onderwierp mijn hart
En nam mijn angsten weg.
Genade is zo kostbaar voor mij,
Dat ik geloven mocht.
3
De Heer beloofde goed aan mij,
Zijn woord is nu mijn hoop.
Hij zal mijn schild en erfdeel zijn,
Geheel mijn levensloop.
De Heer beloofde goed aan mij,
Zijn woord is nu mijn hoop.
Hij zal mijn schild en erfdeel zijn,
Geheel mijn levensloop.
4
Als ik daar in Zijn heerlijkheid
Mag stralen als de zon,
Dan prijs ik Hem in eeuwigheid
Dat ik genade vond.
Als ik daar in Zijn heerlijkheid
Mag stralen als de zon,
Dan prijs ik Hem in eeuwigheid
Dat ik genade vond.