Ik vond de onvergelijkbare
1
|
Ik vond de onvergelijkbare, mijn hart is vol van vreugd’. Ik juich, omdat ik Christus heb: Hij is mijn aller deugd. |
2
|
Mijn Christus is het Lam van God, welke redding valt mij ten deel. Rechtvaardigheid van God is Hij, waarmee Hij mij bekleedt. |
3
|
Mijn Christus is de levensboom, zo vol van vruchten zoet. Mijn honger stilt Hij telkens weer, Zijn leven smaakt zo goed! |
4
|
Mijn Christus is de levensboom, zo vol van vruchten zoet. Mijn honger stilt Hij telkens weer, Zijn leven smaakt zo goed! |
5
|
Mijn Christus is de levensboom, zo vol van vruchten zoet. Mijn honger stilt Hij telkens weer, Zijn leven smaakt zo goed! |
6
|
Mijn Christus is de levensboom, zo vol van vruchten zoet. Mijn honger stilt Hij telkens weer, Zijn leven smaakt zo goed! |