Rustend op U, ons schild en onze hoeder

1
Rustend op U, ons schild en onze hoeder.
Niet eenzaam gaan wij op de vijand aan.
Sterk in uw kracht, gerust in Uw bescherming.
Rustend op U gaan wij in Uwe naam.
2
Ja, in Uw Naam, de Leidsman van verlossing!
De naam die boven alle namen is.
Jezus rechtvaardig, grondslag en fundering.
Koning van liefde, Prins van heerlijkheid
3
Gelovend gaan wij eigen zwakheid voelen.
En steeds gaan wij genade meer verstaan.
Toch rijst in ons een lied van overwinning.
Rustend op U, gaan wij in Uwe naam.
4
Rustend op U, ons schild en onze hoeder.
U voert de strijd, de huld’ is U gewijd.
Als wij het koninkrijk regerend ingaan.
In rust met U, die ons heeft voortgeleid.