Wend, wend, mijn hart, o Heer
1
|
Wend, wend, mijn hart, o Heer, Heer, ik beken mijn hart is ontrouw. Wend, wend, mijn hart steeds weer, Uw grote liefde trekt mij steeds meer. |
Heer, ik roep, ik roep U aan. U bent alles wat ik begeer. |
|
2
|
Rijk, rijk, zo rijk is Hij voor allen die Zijn naam aanroepen. Daarom roep ik Hem aan, zo zal ik al Zijn rijkdom ervar’n. |
3
|
Zo stroomt de liefde Gods als een rivier zo rijk en vrij, Hij vult mij met Zichzelf. Deze Persoon is alles voor mij. |