Wij eren U, onze Heer, vol met vreugde

1
Wij eren U, onze Heer, vol met vreugde,
Zingen wij lof tot Uzelf op de troon!
Door U gezegend, aanbidden wij U Heer,
Erkennen dat U alleen waardig bent!
  Heer, U bent waardig; Heer, U bent waardig;
Heer, U bent waardig en waardig alleen!
Door U gezegend, aanbidden wij U Heer,
Erkennen dat U alleen waardig bent!
2
Werkelijk God, maar een echt mens geworden,
Lager dan engelen stierf U voor ons;
Zaad van de vrouw, dat wij zo lang verwachten,
Trad op de slang en verbrijzelde hem!
3
U liet gewillig Uzelf door Uw schepping
Vernederen en aan ’t kruis nagelen;
Gehaat door mensen, door God ook verlaten,
De vloek en duisternis schuwde U niet.
4
In heerlijkheid Heer heeft U overwonnen,
De strijd gewonnen van machten des doods;
Hoe kunnen wij van dit feit niet getuigen?
Heer, Overwinnaar van ‘t graf en de dood.