Is je leven voor and´ ren tot zegen?

1
Is je leven voor and´ ren tot zegen?
Ben je vol van de liefde van God?
Help je mee aan de redding van zondaars?
Is de dienst van de Heer je genot?
  Maak mij ´t kanaal van Uw zegen, o Heer!
´k Leg hier mijn zelfzucht en vrees voor U neer!
´k Wil voor U strijden, Uw Naam belijden;
Maak mij ´t kanaal van Uw zegen, o Heer!
2
Is je leven voor and´ren tot zegen?
Een talent gaf de Heer in je hand?
Heb je  and´ren er reeds bij verkregen,
of begroef je die schat in het zand?
3
Is je leven voor and´ren tot zegen?
Merkt de wereld aan daden en woord,
dat er kracht in het bloed is van Jezus?
Ben je christen zoals het behoort?
4
Is je leven voor and´ren tot zegen?
Voor je vijand zowel als je vriend?
Ziet men thuis of waar je ook mocht wezen,
dat je Jezus je Meester nu dient?
5
Wij zijn geen kanalen van zegen,
als door zonde ons hart is onrein.
Zonder kracht is ons woord en ons leven
slechts een hinderpaal zullen wij zijn!