Door God verkozen, uit God geboren

1
Door God verkozen, uit God geboren.
Door God verkozen, uit God geboren.
Door God verkozen, uit God geboren.
Een kind van God, halleluja!
2
In geest te wand’len roep: “O Heer Jezus!”
In geest te wand’len roep: “O Heer Jezus!”
In geest te wand’len roep: “O Heer Jezus!”
Hij is zo rijk, halleluja!
3
Hem na te jagen, met alle broeders.
Hem na te jagen, met alle broeders.
Hem na te jagen, met alle broeders.
Is ons genot, halleluja!
4
Het is een vreugde, samen te bouwen.
Het is een vreugde, samen te bouwen.
Het is een vreugde, samen te bouwen.
Zijn heerlijk huis, halleluja!
5
Van Hem te eten, van Hem te drinken.
Van Hem te eten, van Hem te drinken.
Van Hem te eten, van Hem te drinken.
Is ons genot, halleluja!
6
Hij is mijn blijdschap, Hij is mijn vrede.
Hij is mijn blijdschap, Hij is mijn vrede.
Hij is mijn blijdschap, Hij is mijn vrede.
Hij is mijn rust, halleluja!
7
In geest en Waarheid, God te aanbidden.
In geest en Waarheid, God te aanbidden.
In geest en Waarheid, God te aanbidden.
In eeuwigheid, halleluja!