Haalt U mijn sluiers weg, Heer

1
Haalt U mijn sluiers weg, Heer,
dat ik Uw licht mag zien,
en niet meer word misleid,
en duidelijk mag zien.           (2x)
  O, laat Uw levend licht, Heer, alle duisternis verjagen,
alles helder maken, Heer, hiervoor bid ik tot U.
2
Ik ken mijzelf niet eens;
Misleid door alle trots,
ik wil graag mijn gelijk,
ik ben zo zelfvoldaan.          (2x)
3
Ook ken ik U nog minder;
Leerstellig, oppervlakkig;
Weinig openbaring
van Uw realiteit.                  (2x)
4
Soms wordt Uw leven, Heer,
door duisternis verblind,
leef ik vaak in het vlees,
niet meer op U gericht.        (2x)
5
Uw weg voor mij, o Heer,
is vaak niet duidelijk;
Dan zonder ik mij af
en ga mijn eigen weg.         (2x)
6
En wat betreft Uw wil,
die ken ik niet zo goed;
Ik doe mijn eigen zin
en rebelleer dan vaak.          (2x)
7
‘k Heb openbaring nodig
voor de Gemeente, Heer.
Ik wil Uw Lichaam kennen,
Uw wijsheid wil ik zien.       (2x)
8
Heer, neem de sluiers weg,
‘k wil alles helder zien,
ik wil niet trots zijn, Heer,
niet meer worden misleid.     (2x)