Jezus, geweldige Herder,
1
|
Jezus, geweldige Herder, leidde ons weg uit de stal. Bracht ons naar grazige weiden, naar rijkdom en overvloed. |
Zijn Gemeente, zo heerlijk, Christus, het leven in ons. Hier, samen wonend in eendracht, zegent God ons met Zichzelf. |
|
2
|
Wij, eens verdwaald in verdeeldheid, moe, uitgehongerd en zwak. Hij bracht ons ’t land der belofte, nu zijn wij één geest met Hem. |
3
|
Jezus Zelf is onze weide, Hij is nu voedsel voor ons. Hij, onze Herder, verzorgt ons, bij Hem zijn geeft overvloed. |
4
|
Nu staan we hoog op een bergtop, koel en verfrist door de dauw. ’t Water des levens vervult ons, geeft ons nieuw leven om niet. |
5
|
Christus, mijn rust en mijn vreugde, hier geen bezorgdheid en angst. Wonen in vrede, zo veilig, prijst Hem! Immanuël! |