Wij danken U Heer voor dit brood

1
Wij danken U Heer voor dit brood,
    Het is een teken Gods;
    Hierin zien wij de verborgenheid
    Van Gods unieke plan.
2
Dit brood dat op Uw Lichaam duidt,
    Dat U ons gegeven hebt.
    Van ‘t godd’lijk leven deelgenoot,
    Zo deel te nemen aan U.
3
U liet Uw Lichaam breken voor ons
    Zodat U zich uitdelen kan.
    In ons als leven opdat wij
    Nu Uw wederhelft kunnen zijn.
4
Dit brood duidt op Uw Lichaam Heer,
    ’t Mystieke Lichaam van U.
    Waarvan wij allen leden zijn,
    Aan U gelijk, o Heer.
5
Alhoewel wij vele graankorrels zijn,
    Zijn wij één deeg, één brood;
    Op deze wijze gedenken Heer,
    Wij worden met U gevoed.
6
Door deel te nemen aan dit brood,
    Wordt U Heer tevredengesteld;
    In gemeenschap met de heiligen,
    Getuigen wij nu van U.